Rokade (1)
De rokade is een bijzondere zet. Bij het rokeren zet je twee stukken in één beurt. De koning en de toren.Met rokeren zet je de koning op een veilige plek.
De toren komt op een plek waar hij goed kan aanvallen.
Je kunt op twee manieren rokeren. Kort of lang.
De torens staan niet allebei even ver van de koning. Bij een korte rokade rokeer je met de toren die het minst ver weg staat. Bij een lange rokade rokeer je met de toren die het verst staat.
In beide gevallen gaat de koning twee stapjes opzij. Naar links of naar rechts.
De toren springt dan over de koning heen en gaat er naast staan. Dit doe je in één zet!
Bij de lange rokade springt de toren dus verder dan bij kort rokeren.
In voorbeeld 1 rokeert wit kort (naar rechts).
In voorbeeld 2 rokeert wit lang (naar links).
Rokeren mag niet altijd. Wanneer mag je niet rokeren?
1. De koning of de toren is al van zijn plek geweest.
2. Er staan stukken tussen de koning en de toren.
3. De koning staat schaak.
4. De koning springt over een veld heen dat staat aangevallen.
5. De koning komt na de rokade schaak te staan.
Wat moet je doen?
Wit wil rokeren. Klik aan of dat mag of niet.